God-zorgt-voor-jou Het was in mijn leven een komen en gaan,
een toevloed van raads'len,
soms zwaar te verstaan,
een bloeien en sterven,
een lach en een snik,
doch wij bleven samen,
mijn Jezus en ik.

Soms sleepten de golven mijn bootje schier mee,
fel woedden de stormen,
hoog stond vaak de zee;
een zien en een scheiden,
doch wij bleven samen,
mijn Jezus en ik.

Een bouwen en breken,
nu vreugde, dan leed,
een doorn in de ziele waar niemand van weet.
't Is scheiden op aarde tot d'uiterste snik,
maar wij bleven samen,
mijn Jezus en ik.

En als ik daar boven in glorie zal zijn,
bekleed met Zijn schoonheid en van zonden rein,
dan zal niets ons scheiden,
geen schaduw, geen schrik:
voor eeuwig tesamen,
mijn Jezus en ik.