TWEE WANDELSTOKKEN!
Het volgende ongeluk heeft werkelijk eens plaatsgevonden in Amerika.
Een blinde man liep op het trottoir van een drukke stad, zijn wit-rode wandelstok tastend voor zich uit.
Bij ieder stap tikte hij ermee tegen de grond. Iedere dag maakte hij deze wandeling.
Hij wist precies de plaats te vinden waar het trottoir eindigde en waar hij bij een zijstraat de weg moest oversteken.
Bij de trottoirrand wachtte hij en tikte enkele malen met zijn stok, als teken dat hij hulp verzocht bij het oversteken.
Toen hij bemerkte dat er iemand naast hem was komen staan, stak hij de hand uit en stootte tegen een uitgestrekte arm. Even later greep een hand de zijne vast. Zo liep hij zelfverzekerd de straat op.
Het verkeerslicht moet op dat moment voor de auto's op groen gesprongen zijn, want ze hadden nog maar net een paar stappen gedaan of er klonk een gegier van remmen, gevolgd door een doffe slag, waarop nog meer geknars van remmende auto's. Het verkeer stopte. Enkele voorbijgangers snelden toe. een politieman was spoedig ter plaatse. Op straat lagen voor de wielen van een zware vrachtwagen de lichamen van twee mannen. Een tweede politieagent voegde zich bij de eerste en inspecteerde de slachtoffers. Na enige minuten stond hij op en zei: “Ze zijn beide dood”. Toen viel zijn oog op de wit-rode wandelstok in de hand van de ene. “Hij was blind”, concludeerde hij. Een omstander wees naar een andere gebroken wandelstok, die iets verder op straat lag. De mond van de agent ging open van verbazing terwijl hij er heen liep.
Even later hield hij twee wit-rode wandelstokken omhoog. Hij schudde zijn hoofd. “Dit is iets zeldzaams!
Dit heb ik nog nooit meegemaakt! Beide blinden moeten in hun verzoek om hulp, elkaars handen hebben vastgegrepen en niet geweten hebben dat hun geleider zelf blind was.”De omstanders dachten waarschijnlijk allen hetzelfde,
maar een vrouw sprak die gedachte uit:“De blinde leidde de blinde”.
Een zeldzaam geval had de agent dit ongeluk genoemd.
Maar in figuurlijke zin is het dat niet, want er worden
dagelijks talloze “blinden”door andere “blinden” geleid.
Jezus stelde eens de vraag: ”Kan een blinde een blinde geleiden?
Zullen zij niet samen in een put vallen?”
Lukas 6:39 en op een andere plaats heeft Hij deze gelijkenis op de Farizeeën betrokken:
“Elke plant die Mijn hemelse Vader niet geplant heeft, die zal uitgeroeid worden.
Laat hen gaan, blinden zijn zij, die blinden leiden” Matthéüs 15:13
Wie waren deze Farizeeën eigenlijk en wat maakte hen “blind”?
De Farizeeën hadden absoluut geen verkeerde leer; ze waren rechtzinnig, hielden zich aan de wet, en geloofden strikt wat de Schriften hen onderwezen. Daarom zei de Here: “Alles wat zij u ook zeggen, doet dat en onderhoudt dat….” Maar Hij liet erop volgen: ….doet echter niet naar hun werken, want zij zeggen het wel, maar doen het niet…. al hun werken doen zij om in het oog te lopen bij de mensen….”Matthéüs 23:2-7
In het kort gezegd: Farizeeën waren huichelaars, en dit is langzamerhand de betiteling geworden voor iedereen die in godsdienstig opzicht onoprecht, eerzuchtig, eigenwillig en geldzuchtig is, iemand die zich altijd tracht te rechtvaardigen, zelfs al gaat dat ten koste van een juiste uitleg van Gods Woord.
Ze menen alles te weten, maar in werkelijkheid zijn zij blind; ze zeggen geestelijk rijk te zijn, maar God ziet hun armoede. Dit is niet alleen droevig voor hun zelf, maar voor degenen die naar hun luisteren en ook heel gevaarlijk! Want wie hun woord aanneemt, ziet meestal de dingen zelf niet goed.
Het is jammer, maar er zijn legio “blinden” in de wereld, zowel in de kerken als daarbuiten.
Het farizeïsme in het christendom is een der oorzaken van de vele dwalingen onder de christenen.
Gebrek aan echt geloof, zelfbeheersing, godvrucht, liefde en reinheid noemt Petrus de toestand waaruit de verblinding ontstaat 2 Petrus 1:9. Wie niet liefheeft geraakt in duisternis, 1 Johannes 2:11.
Verharding van het hart doet een sluier voor de ogen vallen, 2 Korinthe 3:14.
En kijk, dit is nu onze eerste wit-rode wandelstok waarover we in ons verhaal lazen: de blinde leidsman in de godsdienst, die op de brede straat wel goed de weg weet, maar het smalle pad achter Jezus niet kent.
Dan is er nog die tweede wit-rode wandelstok in de hand van de man, wiens overleggingen door de god dezer eeuw met blindheid zijn geslagen. Hij heeft licht gezocht in een wereld die duister was.
Alle kunstlicht bleek onbevredigend en in zijn hulploosheid klampte hij zich vast aan een godsdienst.
Hij hoefde zijn hand maar uit te strekken - er is zoveel godsdienst in de wereld! Maar het gevolg was fataal.
En toch hoefden ze geen van beiden hun ongeluk tegemoet te gaan. Want de enige Leidsman die veilig de weg kan wijzen is ALTIJD beschikbaar. Dat is JEZUS. Hij noemt Zich ”Overste Leidsman”en “Opperherder”.
Hij is onze genezing.Op Zijn bevel: “WORD ZIENDE!” zullen ons de schellen van de ogen vallen.
Telkens wanneer iemand zich tot de Here bekeerd heeft wordt de bedekking weggenomen….omdat deze slechts in Christus verdwijnt” 2 Korinthe 3: 14-18
De God Die gesproken heeft: het Licht schijnt uit het duister, heeft het doen schijnen in onze harten om ons te verlichten met de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus” 2 Korinthe 4:5,6