Ieder van ons droomt er wel eens van om goud te vinden,
maar de meesten zoeken op de verkeerde plaats.
Dit verhaal gaat over twee luie jongens,
die ook goud vonden.Hun vader was een hardwerkende boer.
Hij leefde op het platteland van Australië
en had zijn bedrijf uit het niets opgebouwd.
Eigenhandig had hij zijn land ontgonnen in de wildernis.
Maar aan één veldje was hij nooit toegekomen.
Het was een stuk land, dat men al eens had kaal gebrand.
De oude dikke wortels van bomen zaten nog in de grond.
Die waren weer gaan uitlopen
en nu stonden er allemaal wilde bosjes,
voornamelijk Eucalyptusstruiken op het land.
De tijd was erover heen gegaan.
Het was echt een wildernis geworden.
Vader had al vaak aan zijn zoons gevraagd
om op het wilde landje te gaan werken,
maar zij waren liever lui dan moe.
Ze vonden het niet zo belangrijk.
Ze dachten namelijk, dat hij ergens goud had verborgen.
De jaren gingen voorbij en vader ging sterven.
Voordat hij echter de ogen voorgoed zou sluiten,
vroegen de zoons hem: 'Pa, waar hebt u nou dat goud verborgen?'
Met grote moeite bracht de oude man eruit:
'In het wilde landje, jongens.' en stierf.
De volgende week gingen de jongens met
pikhouwelen en schoppen naar het veldje
en begonnen te graven of hun leven ervan afhing.
Vier weken hebben ze er gewerkt.
Het land werd volledig schoongemaakt, maar zonder resultaat.
Geen enkel stukje goud werd gevonden. Wat een teleurstelling!
De oudste zoon zei gelaten:
'Wel, we hebben het land nou toch omgewerkt,
laten we er maar koren op verbouwen.'
Zo gebeurde het ook en de maanden gingen voorbij.
Maar op een dag, toen het koren rijp was,
zagen de jongens ineens het goud.
Het hele veld was er vol mee... Het was prachtig goudgeel graan!
Eindelijk begrepen ze wat vader had bedoeld,
toen hij zei: 'Er zit goud in het landje, jongens.'
Zo is het ook met de Bijbel, als hij dicht blijft,
zul je er nooit schatten uit te voorschijn kunnen halen.
Maar ieder die er moeite voor wil doen, ontdekt een kostbare schat:
Gods woord is brood voor het hart ?