Omgang met de bijbel is eigenlijk alleen omgang met Jezus Christus en in Hem met de Vader. Als uw bijbellezen dat niet meer is en het al minder wordt, dan zegent het u niet. Dan hebt u nooit recht de bijbel gelezen, hoe u die misschien ook prijst als het Woord van God.
Want daarop komt het bovenal op aan, als u uw geestelijk leven wil voeden en de omgang met God leren kennen. Met Bijbellezen in het gezin aan tafel alleen komen wij er niet. Daarbij is onze ziel dikwijls niet stil en ondergaat de bijbel zo licht de onbeleefde houding van iemand, met wie wij spreken, maar onderwijl luisteren wij naar een ander of zijn wij met onze gedachten ergens anders mee bezig. In de morgen moeten wij ons “schikken om God te ontmoeten”.
Vóór wij ons aan iets anders geven, moeten wij met Hem de dag beginnen. Dáár is altijd een grote kracht van uitgegaan. Wij moeten dan maar niet alleen lezen, doch ons ook de tijd gunnen om rustig over het gelezene na te denken en daarna te bidden. Al lezende mediteert u soms al en plaatst u het gelezene al in uw eigen leven. Maar meestal zult u daarvoor bewust tijd moeten maken, zodat u zichzelf ziet als degene tegen wie de Heer spreekt.
U moet dus in de morgen maar niet een ogenblik zitten peinzen, u moet Gód tot u laten spreken in Zijn Woord en daarover nadenken. Ons leven moeten wij bij dat Woord brengen en in het licht van God gaan staan en daarbij overdenken wat wij vandaag te doen hebben en hoe de Here wil dat wij het doen zullen.
Dit veronderstelt dus van u, dat u uw hart en leven wilt openstellen voor God en dat vraagt ook bereidheid om nu aan te nemen wat Hij u biedt en te doen wat Hij u zegt. Het laatste is misschien wel het moeilijkste. Velen kijken wel in de spiegel, maar zijn dadelijk weer vergeten hoe zij er uitzien. De stadhouder Felix kreeg van Paulus precies te horen waar het voor hém op aankwam, want Paulus sprak tot hem over rechtvaardigheid, matigheid en het komende oordeel. Maar……Felix nam het niet aan. Hij maakte er zich van af: “Voor ditmaal ga heen en als ik een geschiktere tijd heb gevonden, zal ik u weer laten roepen.” Het is niet genoeg persoonlijk het Woord te horen, er moet ook bereidheid zijn te luisteren en te doen. Wij moeten als hoorder gehoorzaam worden. Daarom kunnen bij het Bijbellezen in de morgen, de meditatie en het gebed om Gods Geest en kracht niet ontbreken.
W.A. Wiesinga